MARIA BECQ (1577-1639), ONDERWIJZERES.

 

Maria Becq is de eerste vrouwelijk Nederlandse kunstenaar die kalligrafie studeert en meerdere boeken drukt. Zij is ook schooldirecteur en onderwijzeres.

Omdat ik zelf veertig jaar werkzaam ben geweest in het onderwijs als basisschoolleraar en mijn zoon Perry den Brok hoogleraar Educatie- en Leerwetenschappen aan de WUR is, lijkt het me interessant te kijken of er in de stamboom ook iets over het onderwijs vak is te vinden. Zo ben ik gestuit op Maria Becq.

 

Afbeelding 1: Portret Maria Becq (detail van de gravure van W.J. Delft (zie afbeelding 17)

 

Maria Becq wordt rond 1577 geboren in Den Bosch als dochter van Jaspar (Caspar) Becq. Jaspar Becq is geboren in Antwerpen. Als Maria twaalf jaar is, verhuist het gezin Becq naar Delft. Ze gaan wonen aan de Oude Delft (nu nr.79). Jaspar krijgt in 1589 toestemming om een Frans-Nederlandse (Francoische en Duytsche) school in Delft op te richten, waar de leerlingen les krijgen in lezen, (schoon)schrijven, cijferen en ‘Italiaans’ boekhouden. Maria wordt opgeleid door haar vader. Op deze school gaat ze ook lesgeven.

Later krijgt ze onderricht van de schrijfmeester Felix van Sambix. Hij is een meesterschrijver (kalligraaf), schoolmeester, illustrator, dichter en boekhoudkundige, die vanuit Antwerpen naar Delft is gegaan.

En nog weer later wordt ze onderwezen door Jan van den Velde (1568-1623), die als ondermeester bij haar vader in dienst is geweest.

Afbeelding 2: Felix van Sambix (1533-1642)

Afbeelding 3: Gravure (1605) door Jacob Martham van Jan van den Velde (1568-1623).

Johannes (Hans of Jan) Strick wordt rond 1565 geboren in Den Bosch. Zijn vader Hans Strick den Oude komt uit een vleeshouwersfamilie. Hij is ook ossenkoper geweest. Na de Troebelen van 1566 en 1567 wordt hij door de "Bloedraad" (Raad van Beroerten, ingesteld door Alva) verbannen. 

                                         Afbeelding 4 en 5: Voldersgracht 31 Delft.

In 1574 keert hij terug naar Den Bosch, maar omdat de katholieken steeds meer greep op de stad krijgen, besluit hij te vertrekken naar Delft. Daar verdient hij de kost als hopkoper aan de Binnenwatersloot. Na de dood van zijn eerste vrouw in 1612 huurt hij het huis op de Voldersgracht 31 (naast den Bril)

 

Ondanks een grote brand in 1536, die een deel van de stad heeft verwoest, is Delft een van de belangrijkste steden van de Republiek geworden naast Amsterdam, Dordrecht, Haarlem en Utrecht. Op het gebied van de boekdrukkunst neemt het zelfs een vooraanstaande plaats in. Vanaf 1590 bloeit de kalligrafie in Holland als nooit te voren. Tientallen begaafde schrijfmeesters produceren hun geschriften . Maria is één van hen.

Veel Vlamingen , oa. uit Antwerpen, die op de vlucht zijn voor de Spanjaarden, vestigen zich in Holland. Delft houdt aanvankelijk de boot af, maar probeert later zelfs met beloningen deze mensen binnen te krijgen.

Afbeelding 6: Kaart van Delft door Blaeu (1652)

Dorpsscholen zijn er in bijna elk dorp. Meestal is de koster van de plaatselijke kerk de schoolmeester. Het beroep wordt vaak van vader op zoon over gedragen. In 1593 wordt in Utrecht gepleit voor een minimumjaarloon van 50 gulden. Het is dus nodig dat de schoolmeester er wat bij verdient, dat kan koster zijn, maar ook secretaris of bode van het gerecht of en ander administratieve baan.

De eenvoudigste scholen zijn de "kleinkinder"- of "matressen" scholen tot ongeveer zes jaar. Daar wordt alleen godsdienst, spellen of lezen gegeven.

De eerste armenschool wordt rond 1600 in Delft gesticht door de Kamer van Charitate. Zij zorgen voor de armenzorg en vinden onderwijs belangrijk. De armenschool wordt gevestigd aan de Achtersack. Ouders moeten hun kind naar de school sturen, want anders verliezen ze hun uitkering. Het onderwijs zelf is elementair: Eerst lezen en schrijven. Daarna pas cijferen uit het boekje van Willem Bartjens, dat in 1604 uitkomt. In het boek ontbreken de gebruikelijke symbolen +, - en =, maar er staan wel veel voorbeeldsommen uit de dagelijkse praktijk in.

Afbeelding 7: Titelpagina van Willem Bartjens en Jan van Dam, De vernieuwde cyfferinge, 1693 (Collectie Rijksmuseum Amsterdam)

Afbeelding 8: "Het Cyfferboek" van Willem Bartjens, in 1781 gedrukt voor de Delftse armenscholen. De eerste publicatie is in 1604.

Afbeelding 9: " Grammatica les" gravure van Cornelis Jacobszn Drebbel (1572-1633)

In het boek "Regel der Duytsche Schoolmeesters" uit 1591 van Dirck Adriaensz Valcooch, dat hij grotendeels op rijm heeft geschreven, lezen we hoe het er op een school aan toe gaat. Veel collega's zijn onbekwaam, vindt hij. Een onderwijzer mag nooit zonder zijn schrijfgerei de straat op, want hij moet zijn dorpsgenoten meteen van dienst kunnen zijn. Godsvrucht is belangrijk: "Gods woordt sal men van jongs op 't herte prenten". Ook tafelmanieren en uiterlijke netheid zijn gewenst. Het leren zelf is eindeloos herhalen en elk kind moet apart overhoord worden. De schoolmeester heeft de vrijheid en de macht om te straffen, waar niemand zich mee mag bemoeien. Natuurlijk mag er geen bloed vloeien. "Ten eerste sal hy een fraeye handplacke hebbe, Met een wacker roede van wilghen tacke".

Afbeelding 10: Titelblad : Regel der Duytsche Schoolmeesters."

Afbeelding 11: Straf met de handplak.

Afbeelding 12: Schoolmeester straft klein kind met slaag op ontblote billen.

Maria Becq trouwt op 3 juni 1598 met Hans Strick. Dat gebeurt in de gereformeerde kerk door dominee Arnoldus Cornelii. Hans verdient zijn boterham aanvankelijk als schoenmaker, maar Maria stimuleert hem om "plaetsnijder" (graveur) te worden. Dat doet hij. Ook wordt hij kunst- en boekverkoper en werkt later als onderwijzer aan de school van Maria.

Zoon Johannes wordt geboren. Dan komt Jasper en daarna dochter Beatris

Maria blijft op de school van haar vader lesgeven. In 1601 verhuist de school naar de Voorstraat. De moeder van Maria overlijdt, maar op 10 april 1605 hertrouwt haar vader met Aefgen Hendrixdr van der Burch. Lang is hij niet met haar samen, want op 28 november 1606 overlijdt hij. Na de dood van vader in 1606 gaat Maria verder met de school.

Hans is ondertussen opgeleid tot graveur en graveert haar voorbeeldboek dat ze samenstelt voor het schrijfonderwijs.

In 1606 komt dit eerste voorbeeldboek uit: "Toneel der loflijke schrijfpen". Ten dienste van de const-beminnende jeucht, int licht gebracht door Maria Strick. Fransoysche School-gericht binnen de wydt vermaerde stadt Delff. Ghesneden door Hans Strick (Delft 1607). Er stonden voorbeelden in in het Frans, Duits, Engels, Italiaans, Spaans en Nederlands. Het boek is opgedragen aan de Delftse vroedschap. Ook heeft Van Sambix zeven bladen gevuld.

In het boek is een naamdicht (acrostichon) opgenomen van haar eigen naam om de critici voor te zijn. Het heet: Zoylisten (kwaadsprekers)

   "indien gij hier iets vindt, vallende buiten

     mesure [: beneden de maat]/

     En denkt [gij], een slechte hand door 

     vrouwelijke besture/

     Zal lichtelijk falieren [: falen] in een 

     mannelijke kunst./

    ’t geen ook waar ik naar streef, is niets dan uw

     gunst/

     Regeert [: beheerst] daarom uw hart, uw tong,

     en ogen zuur./

     Is het dat gij uzelf kent, de mannen hebben

     gebreken/

     Kan niet een vrouwenhand dwalen in haar

     streken?/

     Komt dan niet onbedacht tot een judicature [:

     oordeel]".

 

Afbeelding 13: Titelpagina van "Toneel der loflijcke schrijfpen"(1607) geschreven door Maria Stick met gravures van haar man Hans. (Bibliotheek 42b-43, stadsarchief Delft)

                                                  Afbeelding 14: Kalligrafisch acrostichon van Maria Strick. Uit:

                                                  "Toneel der loflijcke schrijfpen"(1607).

Naast de boeken heeft ze ook andere prenten gemaakt, zoals de gravure van Vrouwe Justitia.

We zien op de prent de geblinddoekte gerechtigheid met zwaard en weegschaal. Links de geschiedenis van Zaleucus en zijn zoon met het onderschrift: "Zaleucus zijn wel niet willende breken/ heeft hem en zijn soon een oog doen uitsteke." Rechts de geschiedenis van Cambysis en de onrechtvaardige rechter met het onderschrift: "Cambysis heeft levendich doen villen/ laten eene rechter omdat hij qaet recht heeft gedaen". Beneden staat links het geloof en rechts de vrede met daartussen tekst in het Nederlands en Frans. Het is links ondertekend met: " In Delft tot H. Strick" en rechts met : "Ma Strick, scripsit." Waarschijnlijk heeft Hans Strick het gedeelte van de tekst van Maria gegraveerd, omdat hij dat gewoon is te doen. De prent is een pleidooi voor de aanpak van Prins Maurits, om desnoods met het zwaard het recht te handhaven.

Afbeelding 15: Gravure "Vrouwe Justitia voor het oordeel van Zaleucus en het oordeel van Cambysis". Diepdruk Willem Jacobsz Delft en Maria Becq.

 

Afbeelding 16: St. Lucasgilde aan de Voldersgracht.

Hans is lid van het Sint Lucasgilde, een broederschap van kunstenaars, gevestigd aan de Voldersgracht 21.

Maria heeft succes, want in 1611 komt haar tweede boek uit, waarvan Hans Strick de platen levert aan Hendrick Crijnsz. Volmarijn. Het heet: "Christelycken ABC". Christelycken ABC inhoudende vierentwintich exemplaren van verscheyden geschriften zien bequeaem ende dienstelijkck voor de joncheijdt in de constighe rijmen vervaet. Geschreven en int licht gebracht door Maria Strick Fransoysche School binnen de wydt vermaerde stadt Delff. Gesneden door Hans Strick . Alles is in het Hollands.

In 1615 verhuist het echtpaar naar Rotterdam, waar ze een Franse school opent.

Eind dit jaar op 14 december wordt hun zoon Lambrecht geboren. Drie jaar later op 16 augustus 1617 komt er nog een dochter: Maria. Beide worden Luthers gedoopt.

 

Het derde boek verschijnt in 1618 "Schat oft voorbeelt ende verthooninge van verscheyden geschriften" Schat oft voorbeelt ende verthooninge van verscheyden geschriften ten dienste vande liefhebbers der hooch-loflycker konste der penne. Mitsgaders de fondamenten der selve schrifte. Int licht gebracht door Marie Strick Fransoische-school geeft binnen de wijt vernaemde koopstadt Rotterdam. Gesneden door Hans Strick.

Afbeelding 17: Gravure door W.J.Delft (1580-1638) naar portret van Maria Strick op 41-jarige leeftijd door M. van Mierevelt (1567-1641) Uit Croiset van Uchelen "Vive la plume".

Afbeelding 18: Schrijfvoorbeeld uit : "Schat oft voorbeelt ende verthooninge van verscheyden geschriften" van Maria Strick (1618).

 

In het boek is ook het portret van Maria, gegraveerd door Willem Jacobsz. Delft naar een geschilderd portret van Michiel van Mierevelt (1567-1641). Volgens de randtekst van het medaillon is dit Maria Strick op 41-jarige leeftijd. Bovenin staat haar lijfspreuk "Mijn salicheyt is van d’Hemel". Om haar schrijfmeesterschap te benadrukken zijn ook de schrijfattributen afgebeeld. Onder het portret staat een Latijns lofdicht van de lutherse predikant Hieronymus Hirnius (1590-1648).

Beatris is dan getrouwd met weduwnaar Cornelis Pietersz Mol. Ze kopen in Delft het huis op de Voldersgracht naast De Bril.

 

In mei 1620 kopen Hans en Maria een huis aan de Delftse Vaart van Jan van de Velde, die naar Haarlem verhuist.

Het wordt zo beschreven: ".. van een huys en erffive, staende en gelegen aen de delfse vaart...voor..de some van 600 gulden gereed gelt en bovendien noch met 2900 gulden, daervan twee distincte brieven verleden zijn, een van 1450 gulden aen Margriet Corn, wed. van Symon Cornvael, en van gelijcke 1450 gulden aan Maritgen Adriaensdr van Hogeveen.."

Dat zelfde jaar is er in Den Haag een wedstrijd in schoonschrijven. In dit zogenaamde "vedergevecht" wordt Maria eervol tweede achter George de Carpentier.

In 1621 sterft de vader van Hans op de Voldersgracht in Delft, waar hij al die tijd heeft gewoond.

 

 

Afbeelding 19: Registratie in het begraafboek van de Oude Kerk 12 juni 1621 "Jan Strick aan de Voldersgracht naast den Bril"

In 1624 verschijnt het vierde en laatste werk van Maria: "Fonteyne des levens" Fonteyne des levens dat is schoone troostelijcke Biblissche spreuchen voor aengevochten ende bedroefde herten na d'ordre van t 'ABC: mede ziener nut ende bequaem voor alle beminders der pennen. Int licht gebracht door Maria Strick Francoysche schole tot Rotterdam. Hans Strick sculp.

Ook kopen ze in dit jaar in Crooswijk een tuin met erf achter de woning van brouwerij 't Lam.

Hans is actief in de Lutherse gemeente. Als lid van de kerkenraad raakt hij betrokken bij het kerkelijk conflict, waarbij het gaat om het gebruik van een hostie (ouwel) of brood bij de avondmaalviering. De strijd laait hoog op. Dominee Hirnius is voorstander van het breken en eten van brood. De tegenpartij met Hans en Maria Strick en geleid door dominee Nescher, de eerste Lutherse predikant van Rotterdam, willen dit niet. Hirnius woont een dienst van Andreas Nescher bij. Na afloop ontstaat een woordenwisseling. In een notariële akte van 2 augustus 1625 verklaren Hans, Maria en hun dochter Beatris, dat ze die week na de woordenwisseling Hirnius, die een bezoek bracht aan hen, de deur uit hebben gezet.

Op 30 september 1629 overlijdt Lambrecht, de zoon van Hans en Maria aan de Delftse Vaart. In 1630 wordt de tuin met erf in Crooswijk verkocht en in 1631 het huis aan de Delftse Vaart. De reden om Rotterdam te verlaten heeft te maken met het verlies van hun zoon, de godsdienst ruzie en het teruglopen van de school. Hans en Maria vertrekken naar het vertrouwde Den Bosch, dat ondertussen calvinistisch is. Ook Johannes hun zoon gaat mee. Hans wordt er nog schepen. Na de dood van Cornelis Pietersz Mol in 1636 gaat Beatris ook naar Den Bosch.

Maria sterft in september 1639, Hans op 27 september 1645 en Beatris 30 december 1652.

Afbeelding 20: Grafzerk in de Sint Jan. Plaats: in het transept, de viering, de oostelijke van twee zerken ten oosten van de noordwestelijke vieringpijler

Afbeelding 21: tekst bij de grafzerk.

 

Hoe verloopt de afstammingslijn?

Johannes Strick, de zoon van Hans en Maria, trouwt met een Petronella. Ze krijgen vier kinderen: Arend trouwt in 1650 te Rijswijk met Johanna (Anna) de Coningh. Dan komt Jan Jansz, waarmee de afstammingslijn verder gaat. Vervolgens Maria, die Begijn wordt. Tenslotte wordt Johannes geboren, die in 1651 te Delft huwt met Maria Elsevier. Hij wordt in 1636 kamerbewaarder van de schepenen te Delft. Hij overlijdt 17 februari 1672.

Jan Jansz Strick huwt met Maria Moonen. Hun kinderen zijn Joannis en Gertrudis, die op 6 april 1642 wordt gedoopt.

Joannis Strick trouwt rond 1680 met Wilhelmina Huesseling. Het gezin bestaat uit vijf kinderen: Gertrudis, Petrus, Maria (gedoopt 24 januari 1685 in Den Bosch), Getrudis (gedoopt op 30 mei 1688 in Den Bosch) en Cornelia (gedoopt 12 maart 1692 in Den Bosch).

Petrus Strick wordt 3 april 1683 te Orthen gedoopt. Hij trouwt met Petronella van Gerven. Het eerste kind Johannes wordt op 28 november 1711 te Orthen gedoopt, Segerus op 29 maart 1715 te Orthen. Dan komt Gerardus. Wilhelmina wordt op 10 maart 1717 te Orthen gedoopt en overlijdt 9 augustus 1787 te Orthen. Het vijfde kind is Petronilla, die op 5 november 1720 te Orthen wordt gedoopt.

Gerardus Strick ontvangt het doopsel op 28 september 1715 te Orthen. Uiteen onbekende relatie wordt Gijsbertus geboren.

Gijsbertus Strick treedt op 21 februari 1762 te Berghem in het huwelijk met Theodora van der Stappen. Hun kinderen zijn: Gerardus ( gedoopt 29 juli 1664 te Berghem) en Johannes Gijsbertus.

Johannes (Gijsbert) Strik wordt op 4 juli 1776 te Berghem geboren. Hij is bouwman en arbeider. Op 3 mei 1795 trouwt hij met Wilhelmina van Thiel. Er komen acht kinderen: Gijsbertus, Maria, Petrus, Theodorus, Petronella, Gertrudis (Gerarda), Jozephus en Henricus.

Hij overlijdt 7 februari 1846 te Berghem.

Petronella Strik, geboren 18 januari 1806 te Berghem, trouwt op 18 juni 1835 te Berghem met Gerardus van de Mosselaar. Er komen zes kinderen: Petrus, Gerardus, Willem (Willebrordus), Henrica, Gijsbertus en Wilhelmina. Vader Gerardus overlijdt op 18 juni 1882 en Petronella op 8 april 1866 te Berghem.

Henrica van de Mosselaar, geboren 22 juli 1842, huwt Lambertus den Brok op 23 april 1864 te Berghem. Het gezin telt elf kinderen: Petronella, Petrus, Johannes, Gerardus, Johanna, Cornelia, Wilhelmina, Jan Willem, Johanna Wilhelmina, Willem en Henricus.

Lambertus sterft 29 januari 1917 en Henrica op 23 mei 1884, beide te Herpen.

Willem den Brok, geboren 12 juni 1881 trouwt 7 oktober 1905 met Helena den Brok. Ze krijgen 15 kinderen. Willem sterft 10 september 1937 te Herpen.

Piet den Brok is 7 juni 1914 te Herpen geboren en huwt 3 juli 1947 Helena Boeijen. Hij overlijdt 12 september 1995 te Veghel.

Zo komen we bij mij, Willem den Brok.

 

 

 

Bronnen:

o  Wikipedia: Maria Strick

o  "Maria Strick" door P. Havercorn van rijsewijk. Uit: "Oud Holland". Nieuwe bijdragen voor de Nederlandsche kunst,

      letterkunde, nijverheid, enz. onder redaktie van dr. A Bredius en E.W. Moes. 13 jrg. 1905

o  Becq, Maria, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland.

    (http://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Strick Geadopteerd door Nanneke Bungenberg-de

     Jong.

o  Voldersgracht 31 Wim van Veen. www.achterdegevelsvandelft.nl

o  "Het gezag van de schoolmeester" door Piet de Rooy, Geschiedenis Magazine, jaargang 53 (2018), nummer 4.

o  Stadsarchief Delft.

o  Gemeentearchief Rotterdam.

o  Mijn website "Voorouders. Genealogie Willem den Brok." de informatie bij "De Kwartierstaat van Willem den Brok."

 

Wil je terug naar de home site, klik op: Voorouders. Genealogie door Willem den Brok.

 

Willem den Brok, maart 2021.

Bijgewerkt tot april 2021.

Maak jouw eigen website met JouwWeb